Jehova’s getuigen

J

Sta ik net de veters van m’n klusschoenen te strikken, wordt er aangebeld. Voor de deur staat een onwaarschijnlijk mooi drietal: man, vrouw en een kind van een jaar of een. De man stelt ze voor, ze kijken me vriendelijk aan. Ik strik in half opgerichte houding mijn linker veter en vraag me af waar dit heen gaat.

‘Wij zijn Jehova’s getuigen. Weet u wat dat is?’ Eindelijk zijn ze daar dan, Jehova’s getuigen bij mijn deur. Niks geen voet ertussen, zoals de verhalen doen geloven. Hoeft ook niet, de deur blijft open. ‘Euh, Christelijk toch? Van die stalletjes met flyers en boeken?’ Vriendelijk en doelgericht vraagt de man mijn aandacht voor een filmpje van een minuut over wat Jehova’s getuigen doen. Ik wil eigenlijk klussen, maar een minuut weiger ik niemand. Dat doet niemand en precies daarom duurt dat filmpje een minuut.

In het filmpje komt een man voor die sterk lijkt op de man die voor mijn neus staat. Of denk ik dat alleen vanwege zijn donkere huid? Ik wil bevestigen dat hij een ander is, maar ik durf mijn ogen niet los te maken van het scherm. De man kijkt actief mee en laat enthousiaste geluiden horen als we de dingen zien die ik noemde. ‘Zie je, Christelijk!’ Triomfantelijk: ‘kijk, daar is het stalletje!’

Ik krijg een minuscuul papiertje met een uitnodiging om langs te komen in de Koninkrijkszaal. De man en vrouw lachen aanmoedigend als ik zeg dat het papiertje er in het filmpje groter uitzag. Was vandaag niet vandaag geweest, dan had ik ze uitgenodigd voor een kopje thee. Zulke vriendelijke mensen, zo’n vredige blik. Nu waren ze in drie minuten weg.

Je kunt over Jehova’s zeggen wat je wilt, maar deze mensen leefden drie minuten in het koninkrijk van God.

Over mij

Ik probeer de wereld, de ander en mezelf te begrijpen. Daarom denk ik met mijn hoofd, voel ik met mijn buik, en schrijf ik op het web.